Chippen

Ieder jaar lopen er veel katten en honden weg. Een aantal van die huisdieren komen nooit meer terug bij hun baasje, vaak omdat ze hun huis niet meer kunnen vinden. Meestal komen ze dan in een asiel terecht, andere dieren blijven langere tijd over straat rondzwerven omdat niemand weet van wie ze zijn. Het terugvinden van hun huis en baas is voor hen nagenoeg onmogelijk. Zowel voor het dier als voor het baasje is dit een verdrietige situatie.

Helaas kun je nooit voorkomen dat een dier wegloopt of verdwaalt. Wél kun je je dier laten chippen en zo de kans vergroten dat je huisdier weer bij je thuis komt, mocht hij onverhoopt kwijt raken.

Chippen van honden is sinds 2013 verplicht en maakt de handel in honden wat transparanter. Katten kunnen natuurlijk ook gechipt worden.

 

Wat is chippen?

Bij chippen brengt de dierenarts een chip in, onderhuids, meestal in de nek. Dit gebeurt met behulp van een naald. De chip zelf is ongeveer 1cm lang en 1,6 mm dik. De chip is met een speciale scanner uit te lezen. Er staat enkel een nummer op de chip. Bij de chip worden ook stickers geleverd, welke bijvoorbeeld in het dierenpaspoort kunnen worden geplakt.

Dan dient het dier nog geregistreerd te worden in de database om het proces af te ronden. Zo zijn alle gegevens compleet en mocht de hond dan bijvoorbeeld in een asiel terecht komen, dan kan het baasje makkelijk terug worden gevonden.

IMG_0072